Groei in duurzame energie ondanks wereldwijde afname van energieverbruik tijdens COVID-19
Ondanks de onzekere tijden is er alle reden voor optimisme over de duurzame ontwikkeling in de komende decennia, zo blijkt uit het meest recente Low Emissions Scenario van Statkraft. Een gesprek over wat de toekomst voor ons in petto heeft met Gry Johanne Åmodt, vice-president Global Drivers van het Corporate Strategy and Analysis team.
Het afgelopen jaar betekende wellicht een omslagpunt voor de energiesector. De wereld kwam tot stilstand als gevolg van COVID-19 waardoor er wereldwijd aanzienlijk minder energie is verbruikt. Terwijl dat voor de sector als geheel een stagnatie betekende bleef één onderdeel groeien, weliswaar minder dan verwacht: Duurzame energie.
Het jaar vóór de pandemie was de eerste keer in tientallen jaren dat de wereldwijde energiebehoefte groeide, terwijl de productie van fossiele energie afnam. Het was een verschuiving, een blik op de toekomst. We hebben een punt bereikt waarop Europa meer verantwoordelijkheid neemt in het mondiale klimaatbeleid. De Green Deal-strategie van de EU en de hoge klimaatambities zijn hier een goed voorbeeld van. Doordat de kosten van de technieken blijven afnemen is dit het moment waarop we investeerders zien overstappen naar duurzame energie.
Wat betekent dit voor de toekomst?
Het is absoluut een spannende periode om werkzaam te zijn in de energiesector en het is een goed moment om na te denken over de veranderende omgeving waarin we werken. Bij Statkraft doen we dit middels ons “Low Emissions Scenario”. Dit rapport hebben we de afgelopen vijf jaar elk jaar opgesteld. We belichten er de mondiale energietrends op weg naar 2050 in. Het rapport schetst dat ondanks het door COVID-19 verstoorde jaar, de focus en de commitment voor het oplossen van de klimaatcrisis wordt doorgezet, zowel gelijktijdig met, als na de pandemie. Daarnaast blijven de kosten van duurzame technologieën verder afnemen.
Toekomstige energiebehoefte grotendeels opgelost met zonne-energie
COVID-19 zal waarschijnlijk nog jaren doorwerken in de wereldeconomie. Dat leidt – in combinatie met een toenemende efficiëntie van energiebronnen – tot de voorspelling dat de primaire energiebehoefte in 2050 op hetzelfde niveau zal liggen als vandaag, ongeachte de bevolkingsgroei. Ondanks dat het totale energieverbruik sterk zal stijgen, vindt er een grote verschuiving plaats in de productie van energie. De elektriciteitsproductie wordt zo efficiënt dat er minder primaire energie voor nodig is.
Het duurzame duo van wind- en zonne-energie is niet meer de dure technologie die het tien jaar geleden was. De economische voordelen zijn duidelijk, omdat de kosten afnemen en de capaciteit toeneemt. In de meeste landen is het nu goedkoper om nieuwe duurzame energie te installeren dan om nieuwe fossiele capaciteit te bouwen. Volgens het Low Emissions Scenario wordt zonne-energie al in 2035 de grootste wereldwijde energie-producerende technologie. Alle fossiele brandstoffen worden geraakt door deze energietransitie, zij het op verschillende momenten. De vraag naar kolen en olie zal naar verwachting de piek beleven vóór respectievelijk 2025 en 2030-2032. Van gas is de verwachting dat de piek rond 2040 ligt.
Zonne-energie wordt de grootste energiebron binnen 15 jaar en het vermogen van de wereldwijde elektriciteitssector verdrievoudigd tussen nu en 2050, zo stelt het Low Emissions Scenario. Deze groei wordt geleverd met duurzaam opgewekte energie. Klimaatverandering blijft de grote motivatie achter de energietransitie. De continue afname van de kosten en de toenemende capaciteit van duurzame energie maakt het echter tot dé slimme economische keuze. We verwachten dat binnen niet al te korte tijd nieuwe capaciteit aan duurzame energie goedkoper wordt dan de bestaande centrales op kolen en gas. Deze combinatie zal de energietransitie doen versnellen, nog sneller dan enkel klimaatbeleid zou bereiken.
De voorspelling is dat elektrificatie tegen 2050 op nummer 1 komt
Door onze wereld te elektrificeren kan een aanzienlijke emissiereductie worden behaald in de bouw, industrie en de transportsector. Het Low Emissions Scenario stelt dat vrijwel alle nieuwe passagiersvoertuigen tegen 2050 elektrisch zullen zijn, en dat meer dan de helft van de zwaardere voertuigen op accu’s of waterstof zullen rijden. Waar elektrificatie geen optie is – bijvoorbeeld bij lange afstandstransport of bij industriële processen met hoge temperaturen – zal emissie-vrije waterstof de oplossing zijn. Dit kan in diverse vormen worden toegepast, bijvoorbeeld ammonia. Accu’s spelen een belangrijke rol in dit toekomstscenario, met een kostenreductie van 70% dankzij de wereldwijde groei van het aantal elektrische voertuigen. Accu’s en ‘slim laden’ bieden de vereiste flexibiliteit voor de energiemarkten.
Het pad dat wordt beschreven in het Low Emissions Scenario is er één waarin energie-gerelateerde CO2-uitstoot beperkt blijft tot het 2 graden plafond. Zo kunnen we vasthouden aan de beloften uit het Klimaatakkoord van Parijs. Het is echter niet voldoende om onder de 1,5 graden te blijven. Om dat te bereiken zullen er de komende 30 jaar nog heel wat hindernissen overwonnen moeten worden. Voor dat pad zijn voorspelbare en breed gedeelde klimaatambities een vereiste, evenals duidelijke afspraken voor het bereiken ervan.
Waar we in ieder geval van uit kunnen gaan is het in de groei in duurzame energie. Dat gaat een steeds grotere plek innemen binnen de energiemix; in Europa en wereldwijd.